Read De Kaart En Het Gebied Online

Authors: Michel Houellebecq

De Kaart En Het Gebied (13 page)

BOOK: De Kaart En Het Gebied
6.12Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

'Interesseert u zich voor wijn?'

'Het geeft me een houding; het staat Frans. En je moet je in het leven ergens voor interesseren, dat helpt, vind ik.'

'Ik ben een beetje verbaasd...' bekende Jed. 'Ik had iets heel anders verwacht van deze ontmoeting, ik had gedacht dat het... nou ja, veel lastiger zou worden, zeg maar. U hebt de reputatie zwaar depressief te zijn. Ik dacht bijvoorbeeld dat u veel meer dronk.'

'Ja...' De romancier bestuurde opnieuw aandachtig de wijnkaart. 'Als u zo meteen de lamsbout neemt, moeten we iets anders kiezen; misschien weer een Argentijnse wijn? Weet u, die reputatie van dronkenlap heb ik vooral aan journalisten te danken; het gekke is dat ze geen van allen ooit op het idee zijn gekomen dat ik in hun gezelschap alleen maar zo veel dronk om hen te kunnen verdragen. Hoe wil je een gesprek met zo'n mietje als Jean-Paul Marsouin volhouden zonder zo zat te zijn als een aap? Hoe wil je met iemand praten die werkt voor
Marianne
of
Le Parisien libéré
zonder direct braakneigingen te krijgen? De pers is toch wel ondraaglijk stompzinnig en conformistisch, vindt u ook niet?' drong hij aan.

'Ik moet bekennen dat ik het niet weet, ik lees die dingen niet.'

'Hebt u nog nooit een krant opengeslagen?'

'Toch wel, waarschijnlijk...' zei Jed gewillig, maar herinneren kon hij het zich niet; wel wist hij zich de stapels
Figaro magazine
voor de geest te halen die in de wachtkamer van zijn tandarts op een salontafeltje lagen; maar hij had allang geen tandpro-blemen meer. In elk geval had hij nooit
de behoefte gevoeld
om een krant te kopen. In Parijs is de lucht als het ware verzadigd met informatie, je ziet de koppen in de kiosken en je hoort de gesprekken in de rijen van de supermarkten, of je nu wilt of niet. Toen hij voor de begrafenis van zijn grootmoeder naar de Creuse was gegaan, was het tot hem doorgedrongen dat de atmosferische informatiedichtheid duidelijk afnam naarmate je verder van de hoofdstad kwam; en dat, meer in het algemeen, al het menselijke zijn belang verloor, alles verdween van lieverlee, behalve de planten.

'Ik zal de catalogus van uw tentoonstelling schrijven,' vervolgde Houellebecq. 'Maar weet u wel zeker dat het voor u een goed idee is? De Franse media hebben echt een bloedhekel aan me, weet u, in een mate die je niet voor mogelijk zou houden; er gaat geen week voorbij zonder dat er in een of andere publicatie een berg stront over me uit wordt gestort.'

'Ik weet het, ik heb voor ik kwam op internet gekeken.'

'Bent u niet bang om te worden afgebrand door u met mij te associëren?'

'Ik heb het er met mijn galeriehouder over gehad; hij denkt dat het niet erg is. Voor deze tentoonstelling mikken we niet echt op de Franse markt. Hoe dan ook zijn er op dit moment bijna geen Franse kopers voor hedendaagse kunst.'

'Wie koopt er dan?'

'De Amerikanen. Dat is een ontwikkeling van de laatste paar jaar, de Amerikanen beginnen weer te kopen, en de Engelsen ook een beetje. Maar vooral de Chinezen, en de Russen.'

Houellebecq keek hem aan alsof hij de voors en tegens afwoog. 'In dat geval, als de Chinezen en Russen het belangrijkst zijn, hebt u misschien gelijk...' besloot hij. 'Sorry,' vervolgde hij, terwijl hij met een ruk overeind kwam, 'ik moet een sigaret roken, ik kan zonder tabak niet nadenken.'

Hij liep de parkeerplaats op en kwam vijf minuten later weer terug, net toen de ober het hoofdgerecht bracht. Hij viel enthousiast op zijn lam biryani aan, maar keek argwanend naar Jeds gerecht. 'Ik weet zeker dat ze mintsaus bij uw lamsbout hebben gedaan...' luidde zijn commentaar. 'Daar valt niets aan te doen, het is de Engelse invloed. Toch hebben de Engelsen ook Pakistan gekoloniseerd. Maar hier is het erger, ze hebben zich met de autochtonen vermengd.' Zijn sigaret had hem zichtbaar goed gedaan. 'Die tentoonstelling is belangrijk voor u, hè?' vervolgde hij.

'Ja, heel erg. Ik heb het gevoel dat niemand meer begrijpt waar ik naartoe wil sinds ik aan mijn beroepenreeks ben begonnen. Omdat ik op doek schilder, en dan ook nog eens met zo'n extreem gedateerd medium als olieverf, word ik steevast gerangschikt in een soort beweging die pleit voor een terugkeer naar de schilderkunst, terwijl ik die lui niet ken, ik voel niet de minste verwantschap met ze.'

'Is er op dit moment dan een terugkeer naar de schilderkunst?'

'Min of meer, het is in elk geval een van de tendensen. Terugkeer naar de schilderkunst, of naar de beeldhouwkunst, terugkeer naar het voorwerp kortom. Maar als u het mij vraagt is het vooral om commerciële redenen. Een voorwerp is makkelijker op te slaan en te verkopen dan een installatie of een performance. Om eerlijk te zijn heb ik nooit een performance gedaan, maar ik heb het gevoel dat ik daar iets mee gemeen heb. In elk schilderij probeer ik een kunstmatige, symbolische ruimte op te bouwen waarin ik situaties kan weergeven die betekenis hebben voor de groep.'

'Dat is zo'n beetje wat het toneel ook probeert te doen. Behalve dan dat u geen obsessie met het lichaam hebt... Ik moet trouwens bekennen dat ik dat wel zo rustgevend vind.'

'Nee. Die obsessie met het lichaam is trouwens wat aan het afnemen. Misschien nog niet in het toneel, maar wel in de beeldende kunst. Hoe dan ook ligt wat ik doe volledig binnen het sociale.'

'Goed, ik begrijp het... Ik begrijp ongeveer wat ik kan doen. Wanneer moet u de tekst hebben?'

'De vernissage staat gepland voor mei, we zouden de catalogustekst eind maart moeten hebben. Dat geeft u twee maanden.'

'Lang is anders.'

'Het hoeft geen enorme tekst te zijn. Vijf a zes bladzijden is prima. Als u meer wilt doen, mag dat natuurlijk.'

'Ik doe mijn best... Nou ja het is mijn eigen schuld, ik had eerder op uw mails moeten reageren.'

'Als vergoeding hebben we zoals gezegd tienduizend euro voorzien. Franz, mijn galeriehouder, heeft gezegd dat ik u in plaats daarvan ook een schilderij mag aanbieden, maar dat vind ik gênant, dat kunt u lastig weigeren. Dus laten we maar even uitgaan van tienduizend euro; als u liever een schilderij hebt, is dat ook goed.'

'Een schilderij...' zei Houellebecq peinzend. 'Ik heb in elk geval muren genoeg om het aan op te hangen. Dat is het enige wat ik echt heb, in mijn leven: muren.'

3

Om twaalf uur 's middags moest Jed zijn hotelkamer vrijmaken; zijn terugvlucht naar Parijs ging pas om 19 uur 10. Het was zondag, maar het naburige winkelcentrum was open; hij kocht een fles plaatselijke whisky, de caissière heette Magda en vroeg of hij een Dunnes Store-klantenkaart had. Hij slenterde een paar minuten door de blinkend schone gangen en kwam groepjes jongeren tegen die van een fastfood naar een videospelhal op weg waren. Nadat hij bij Ronnies Rocket een sinaasappel-kiwi-aardbeimelange had genomen, vond hij dat hij wel genoeg had gezien van het Skycourt Shopping Center, en hij bestelde een taxi naar het vliegveld; het was iets na enen.

Het Estuary Cafe bezat dezelfde soberheid en ruimtelijkheid die hem in de rest van het gebouw waren opgevallen: de langwerpige tafels van donker hout stonden ver uiteen, veel verder dan tegenwoordig in een luxerestaurant; ze waren zo ontworpen dat zes mensen er comfortabel aan konden zitten. Jed herinnerde zich toen dat de jaren 1950 ook die van de
baby boom
waren geweest.

Hij bestelde een coleslaw light en een chicken korma en ging aan een van de tafeltjes zitten; bij zijn maaltijd dronk hij kleine slokjes whisky en bestudeerde ondertussen de kaart met vluchten die van Shannon Airport vertrokken. Geen enkele West-Europese hoofdstad had een directe verbinding, alleen Parijs en Londen, die respectievelijk werden bediend door Air France en British Airways. Er waren daarentegen niet minder dan zes lijnvluchten naar Spanje en de Canarische Eilanden: Alicante, Gerona, Fuerteventura, Malaga, Reus en Tenerife. Al die vluchten werden verzorgd door Ryanair. De budgetmaatschappij bediende ook zes bestemmingen in Polen: Kra-kau, Gdansk, Katowice, Lódz, Warschau en Wroclaw. De vorige dag bij het avondeten had Houellebecq hem verteld dat er enorm veel Poolse immigranten in Ierland waren, het was het land waar ze zich het liefst vestigden, ongetwijfeld vanwege de overigens tamelijk onterechte reputatie van katholiek toevluchtsoord. Zo herschreef het liberalisme de geografische realiteit overeenkomstig de verwachtingen van de klanten, of die zich nu verplaatsten als toerist of om hun brood te verdienen. De vlakke, isometrische projectie van de wereldkaart maakte plaats voor een afwijkende topografie waarin Shannon dichter bij Katowice lag dan bij Brussel, dichter bij Fuerteventura dan bij Madrid. Voor Frankrijk had Ryanair twee luchthavens uitgekozen, Beauvais en Carcassonne. Waren dat twee bijzonder toeristische bestemmingen? Of werden ze simpelweg toeristisch doordat Ryanair ze had uitgekozen? Terwijl hij nadacht over de macht en de topologie van de wereld, verzonk Jed in een lichte sluimering.

Hij bevond zich midden in een witte, schijnbaar eindeloze ruimte. Er was geen horizon te zien, heel in de verte versmolt de matwitte grond met de identiek witte lucht. Op de grond waren hier en daar, zonder enig patroon, tekstblokken met zwarte letters te zien, in een licht reliëf; elk blok bevatte zo'n vijftig woorden. Jed begreep toen dat hij zich in een boek bevond, en vroeg zich af of het boek zijn levensgeschiedenis vertelde. Hij boog zich over de blokken die hij aantrof op zijn weg en had eerst de indruk van wel: hij herkende namen zoals Olga en Geneviève; maar er viel niets specifieks uit op te maken, de meeste woorden waren uitgewist of woedend doorgestreept, onleesbaar, en er verschenen nieuwe namen die hem helemaal niets zeiden. Ook een duidelijke tijdrichting ontbrak: terwijl hij in een rechte lijn voortliep kwam hij meermalen de naam
Geneviève tegen, niet alleen vóór die van Olga maar ook erna - terwijl hij er zeker, absoluut zeker van was dat hij Geneviève nooit meer zou terugzien, terwijl Olga misschien nog deel uitmaakte van zijn toekomst.

.

Hij werd wakker van de luidsprekers, die de vlucht naar Parijs aankondigden. Zodra hij thuis was belde hij Houellebecq - die opnieuw bijna meteen opnam.

'Ik heb nog eens nagedacht,' zei hij. 'In plaats van u een schilderij aan te bieden zou ik liever uw portret schilderen en u dat dan aanbieden.'

Hij wachtte; aan de andere kant van de lijn zweeg Houellebecq in alle talen. Hij knipperde met zijn ogen; het licht in het atelier was fel. In het midden van de ruimte was de vloer nog bezaaid met de verscheurde resten van
Damien Hirst en Jeff Koons verdelen onderling de kunstmarkt.
De stilte hield aan, dus Jed vervolgde: 'Het verandert niets aan uw vergoeding, dit zou boven op de tienduizend euro komen. Ik wil heel graag uw portret schilderen. Ik heb nooit een schrijver afgebeeld, ik voel dat ik het moet doen.'

Houellebecq zweeg nog altijd, en Jed begon zich ongerust te maken; ten slotte, na zeker drie minuten stilte, antwoordde hij met een vreselijk dikke tong: 'Ik weet niet. Ik voel me niet in staat om uren achtereen te poseren.'

'O, maar dat is totaal onbelangrijk! Die poseersessies behoren allang tot het verleden, niemand is daar meer toe bereid, iedereen heeft een overvolle agenda of verbeeldt zich dat of doet alsof, weet ik veel, ik ken in elk geval absoluut niemand die bereid zou zijn om een uur lang stil te zitten. Nee, als ik uw portret schilder kom ik nog een keer terug om foto's van u te nemen. Veel foto's: algemene portretfoto's, maar ook foto's van uw werkplek en uw instrumentarium. En ook van uw handen, van de structuur van uw huid. Daarna red ik me wel.'

'Goed...' antwoordde de schrijver lauw. 'Oké.'

'Is er een dag of een speciale week dat u vrij bent?'

'Niet echt. Meestal doe ik niets. Bel me maar weer wanneer u van plan bent te komen. Goedenavond.'

De volgende ochtend vroeg belde Jed Franz op, die enthousiast reageerde en hem voorstelde meteen langs te komen in de galerie. Hij jubelde, wreef zich letterlijk in de handen, Jed had hem zelden zo opgewonden gezien.

'Nu kunnen we echt iets van de grond krijgen... En ik garandeer je dat het de aandacht zal trekken. We kunnen al iemand voor de pr zoeken. Ik had aan Marylin Prigent gedacht.'

'Marylin?'

'Ken je haar?'

'Ja, zij heeft mijn eerste expositie gedaan, ik herinner me haar nog heel goed.'

.

Vreemd genoeg was Marylin er met de jaren juist op vooruitgegaan. Ze was wat dunner geworden, had haar haar heel kort laten knippen - met zulk flets, plat haar was dat het enige wat je kon doen, zei ze, ze was uiteindelijk gezwicht voor de tips van de vrouwenbladen - en droeg een zeer strakke leren combinatie van broek en jasje, al met al had ze de look van een intellectuele nep-lesbo waar jongens met een wat passiever temperament eventueel op zouden kunnen vallen. In feite leek ze een beetje op de schrijfster Christine Angot-in een sympathiekere uitvoering dan toch. Maar het belangrijkste was dat ze zich had weten te bevrijden van het vrijwel onophoudelijke gesnuif dat haar kenmerkte.

'Het heeft jaren gekost,' zei ze. 'Ik heb in mijn vakanties kuren gevolgd in alle mogelijke thermale badplaatsen, en uiteindelijk hebben ze een behandeling gevonden. Eén keer per week doe ik inhalaties met zwavel, en dat werkt; tot nu toe is het tenminste niet teruggekomen.'

Zelfs haar stem was krachtiger, helderder, en tot Jeds grote verbazing sprak ze nu zonder enige schaamte over haar seksleven. Toen Franz haar complimenteerde met haar zongebruinde huid, antwoordde ze dat ze net terugkwam van haar winter-vakantie op Jamaica. 'Ik heb superlekker geneukt,' voegde ze eraan toe, 'kut man, die lui zijn onwijs.' Hij trok verbaasd zijn wenkbrauwen op, maar ze was al van onderwerp veranderd en haalde uit haar tas - een elegante roodleren dit keer, van het merk Hermès - een blauw spiraalschrift tevoorschijn.

BOOK: De Kaart En Het Gebied
6.12Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Trinity by Blu, Katie
What's Your Poison? by S.A. Welsh
The War of the Roses by Timothy Venning
Prince of Fire by Daniel Silva